Het duurt wel even voordat een nieuwe
postbode is ingewerkt. Bij ons zijn er geen straatnamen. De postbode
moet onthouden waar iedereen woont. We hebben wel een postcode en een lieu-dit, La Chapelle Salamard. Dat brengt le facteur in elk
geval tot ons dorp, eenmaal aangekomen heeft hij of zij dan nog de
keuze uit een veertigtal huizen.
Een nieuwe postbode rijdt een paar
dagen mee van dorp naar dorp en wordt dan in het diepe gegooid. Dan
krijgen wij post die bestemd is voor Engelsen onder het mom van 'alle
buitenlanders wonen bij elkaar' of we ontvangen helemaal geen post.
We hebben nu alweer een tijdje een vaste postbode. 's Ochtends staat
hij in het café, in de loop van de middag is hij pas toe aan post
rondbrengen. Niet lallend, maar vrolijk is hij altijd wel.
Wanneer de opening van de brievenbus te
klein is voor een pakketje, maakt onze postbode de brievenbus open. En als het pakket daar echt niet in past, dan toetert hij. Als
we niet thuis zijn, legt hij het pakket ergens binnen. Onze postbode
wil er niet nog een dag mee rondrijden.
Met nieuwjaar krijgen we zijn beste
wensen en een deprimerend lelijke kalender – nee, dan die van de
brandweer, met fijne foto's van branden en ongelukken – in ruil
voor een enveloppe met inhoud.
Fransen kopen steeds meer via internet.
Al die spullen worden thuisbezorgd. Niet alleen via de postbode, ook
via allerlei transportbedrijfjes. Wij wonen langs een hoofdweg van
niks naar nergens, regelmatig zie ik bestelbusjes drie, vier keer
langzaam langskomen. Vaak stap ik dan de voordeur uit om de
vertwijfelde chauffeur een handje te helpen. Ik ken iedereen in het
dorp en weet ook nog waar ze wonen. Links naast de kerk, rechts van
de wasplaats, het huis met de rode luiken, met dat soort ouderwetse
aanduidingen komen de chauffeurs er wel.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten