Onze pergola was vanaf het begin een
drama. Geen plant wilde er op klimmen. De kiwi bleef petieterig, de
clématis ging na één seizoen dood. De pergola zelf deed het niet
veel beter. Mijn man had hem gemaakt van bois traité, behandeld
hout. Na drie jaar zagen we de eerste paddenstoelen al op de palen
verschijnen.
Uiteindelijk plantte ik een bignonne
(trompetbloem). Die heester deed twee jaar lang niet veel, maar kreeg
toen een groeistuip. Aan de ene zijde begon de bignonne mooi over de
pergola te groeien en te bloeien, aan de andere kant deed de kiwi ook
zijn best. Het wordt nog wel wat, dacht ik van de zomer nog.
Maar de zwammen hadden hun verwoestende
werk al gedaan, pas geleden brak een van de liggende palen. Kuis
verrot. We wilden de constructie weghalen voordat er nieuwe huurders
zouden komen. Daar kregen we de tijd niet voor, een bedrijf huurde
een gîte per direct voor vier werknemers. Toen de mannen kwamen,
stond de pergola er nog. Slordig, maar het was niet anders.
Op de ochtend dat man en zoon
klaarstonden om de pergola af te breken keek ik naar buiten. De
pergola was finaal in drieën gebroken, wat een toeval.
' s Avonds ging de deurbel. De vier
mannen op de stoep. In gebrekkig Frans – ze kwamen uit Portugal en
Moldavië – vertelden ze dat ze hout hadden gekocht. Hout gekocht?
Waarvoor? Ik had geen idee waarover ze het hadden. Na wat heen en
weer gepraat bleek het voor de pergola te zijn. Even dacht ik dat ze
bijverdiensten zochten, maar toen viel het woord 'accident'. Ongeluk.
Zij hadden 's ochtends met het bestelbusje de verrotte constructie omver
gereden...
Van ons hoefden ze niet te klussen en
jammer genoeg hebben ze dat dan ook echt niet gedaan. We zullen zelf
aan de slag moeten.
Het is akelig leeg zonder pergola... |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten