Tussen de kerstkaarten vond ik
gistermiddag ook het eerste rapport van dit schooljaar in de
brievenbus. Na twaalf jaar Frankrijk bekijk ik de bulletins, nog
steeds met verbazing. De cijfers gaan tot achter de komma en ik kan
de resultaten van mijn kind vergelijken met die van andere
leerlingen.
De juffen op de lagere school gaven nog
geen cijfers, de kinderen kregen blokjes en streepjes om aan te
geven of ze een onderwerp al dan niet beheersten. Op het Collège
veranderde dat, de blokjes werden cijfers. En wat voor een cijfers:
tot de 20 en tot achter de komma. Komt je kind thuis met een 14,7
voor wiskunde. Of een 6,2 voor techno. Dat laatste lijkt in
Nederlandse ogen nog wat, maar is het niet. Vergelijkbaar met een
drie.
Naast het rapportcijfer van je eigen
kind staat een ander getal: het gemiddelde van de klas. Mooi als
vergelijkingsmateriaal. En daarnaast dan nog het hoogste en het
laagste rapportcijfer in de klas. Het is nog niet alles. Elke leraar
geeft aan wat hij van de prestaties van je kind vindt. En of je kind
veel kletst, vriendelijk is, hard werkt of zit te dromen. Onderaan
het rapport staat een appréciation, een waardering, of soms een
avertissement, een waarschuwing.
Inmiddels zit mijn kind op het Lycée
in de prémière (hierna volgt het examenjaar, dat de bizarre naam terminale draagt) en moet hij zijn
rapporten bewaren. Vervolgopleidingen zullen erom vragen. Zeker om
het rapport van het eerste trimester. Hogescholen nemen alleen
leerlingen aan die het hele jaar werken. Drie maanden keten en dan
gaan blokken om de boel op te halen is er hier niet bij.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten