donderdag 28 februari 2013

Mollen

Het voorjaar brengt niet alleen zon en ontluikend groen. Het brengt ook molshopen. Tientallen molshopen.  Een week geleden, voordat het ging vriezen, heb ik overal in de tuin grote hopen staan wegscheppen.  Er zijn alweer nieuwe.

Laat die mollen toch. Dat vind ik ook, hoogzomer en hartje winter dan. In die perioden is er bijna geen molshoop te bekennen. In voor- en najaar graven en graven en graven de mollen dat het een lieve lust is. En ziet ons grasveld eruit als een slagveld. De perken gelijken de Alpen met bergen en dalen en de grindpaden worden ontsierd door aarden vulkaantjes.

In maart begint de oorlog. Kunnen jullie wel tegen zo'n klein diertje. Ja, dat kunnen we. Het liefst zouden we ze verjagen, maar dat heeft nog niet geleid tot eclatante successen.

Neem een Keizerskroon, lees ik op internet, de geur van de bol verjaagt mollen. We hebben ooit in Nederland een kwartier lang een bol van een Keizerskroon in de auto gehad, we vergeten de stank nooit meer. Het verbaast me niets dat ook mollen er hun neus voor ophalen. Maar weten ze op internet wel hoe groot onze tuin is? Met vijftig bollen kom ik nog nergens.

En het grasveld kan ik er niet molvrij mee houden, dat maaien we iedere week. Het maaien is een van de hoofdredenen dat we de mollen willen verdrijven, de grasmaaier loopt altijd vast in de hopen. Mollen zijn klein, hun daden zijn groot, de molshopen zijn soms enorm. Vorig jaar heb ik mottenballen in de tunnels gestopt zodat de mollen hun prooi niet meer konden ruiken. Het was een kleine hint om te verhuizen. De reactie bleef niet uit. Binnen een dag had de aarde alle mottenballen weer uitgespuugd.

We hebben ook eens rookbommetjes gekocht. We deden zo'n bommetje in een gang en tien meter verderop kwam er rook uit een andere molshoop, ze werkten fantastisch. De mollen waren er alleen niet van onder de indruk. Ze wachtten tot de rook was opgetrokken en groeven verder.

Omgekeerde flessen heb ik ook geprobeerd toen de moestuin werd belaagd. De betreffende mol schoof hooguit 30 centimeter op. Mensen die we kennen kochten een anti taupe ultrason;  een apparaat dat lijkt op een paddenstoel, de steel steek je in de tunnel, het geluid vinden mollen onaangenaam. Volgens de folder dan, in de praktijk feesten mollen net zo lief naast zo'n paaltje.

Rest de mollenklem. Daar gaan ze dood van ja. Maar mollen laten zich niet zomaar klem zetten. Meestal duwen ze aarde tegen de klem en die klapt dicht met alleen kleigrond ertussen. Soms zit er daadwerkelijk een mol in de klem, vaker dan tweemaal per jaar is ons dat nog niet overkomen. Ik ben ook wel blij dat het niet vaker slaagt, ik ben een watje, ik blijf het zielig vinden.


joep-in-frankrijk heeft het de komende dagen druk met de voorbereidingen voor het nieuwe seizoen en met een nieuwe website, ik blog volgende week verder.






woensdag 27 februari 2013

Carte de fidélité

Toen wij emigreerden kieperde ik alle klantenkaarten weg. Dat gaf een heerlijk bevrijd gevoel. Maar voor je het weet zit je portemonnee weer vol met nieuwe cartes de fidélité. Om onze jongste loot van Leroy Merlin moesten we weer erg hard lachen.

In de buurt van Brive is er een nieuwe vestiging van deze bouwmarkt-keten. We kochten er een pelletkachel en de verkoper raadde ons, dat spreekt voor zich, een klantenkaart aan. Vaak weigeren we zo'n kaart - winkels proberen je hele doopceel te lichten bij inschrijving - dit keer gingen we overstag omdat het meteen geld opleverde.

Ma carte maison kost negen euro per jaar. Ja, echt waar, je moet betalen voor de kaart. Daar staat tegenover dat je de eerste dag vijf procent korting krijgt op je aankopen. Vijf procent van een pelletkachel is veel meer dan negen euro, de kaart hadden we er onmiddellijk uit.

En verder? Hebben we nog iets aan onze kaart? Maar natuurlijk! Eerst moeten we nog allemaal verf, kranen, gipsplaten en ander doe-het-zelf spul kopen, daarmee sparen we punten. Zodra we 1000 punten hebben - en 1500 euro hebben uitgegeven  - winnen we de jackpot. Dan ontvangen we van Leroy Merlin wel tien procent korting. Op één dag. Niet altijd, nee, op één dag.
Ik denk dat ik de kaart straks in tweeën breek.

dinsdag 26 februari 2013

Leegstand


En hoe ziet een huis eruit dat al 45 jaar leegstaat? Nou, ongeveer zo. Het staat midden in het dorp en iedereen spreekt er schande van. Het ziet er op zich prachtig uit, zo met die klimop, maar ik moet toegeven, stukken dak beginnen naar beneden te komen.

Dat heeft dan nog lang geduurd; het is kennelijk goed gebouwd. Binnen ziet het er nog prima uit, voor zover oude boerenwoningen in de Corrèze er prima uit kunnen zien. Piepkleine kamertjes, de gootsteen op een hoogte van pak 'm beet  zestig centimeter, dat soort werk. Bij regen stroomt de kelder vol, bij het asfalteren heeft de gemeente geen richeltje gemaakt om dat te verhinderen.

Wraak waarschijnlijk, want het huis staat ten slotte al 45 jaar leeg. Nadat de laatste bewoonster stierf kregen een stuk of vijftien neven en nichten ruzie, zo is mij verteld. De een wilde verkopen, de ander niet en zoals dat gaat met Franse erfgenamen, ze werden het niet eens.

Inmiddels zou ook niemand meer dit huis willen kopen. Fransen laten liever bouwen. Model Nice of Vendée. Ze plempen het hele land vol met dezelfde eenheidssworst. Maar daar zijn de Fransen natuurlijk niet uniek in...



maandag 25 februari 2013

Matrassen

Mijn blog gisteren over het racletten viel wat zurig uit. En ik had me nog wel voorgenomen nooit azijn te spuien. Het was koud, ik was ziek, vergeef het me, vandaag weer wat luchtigers:  matrassen.

Toen we verhuisden sleepten we onze matrassen mee. Die hadden we voor goudgeld gekocht bij een speciaalzaak in Hilversum. We sliepen er niet lekker op, maar zoals dat gaat met dure dingen, je houdt het er nog wel een jaartje of wat extra op uit. Ze waren altijd nog beter dan de oude kapokmatrassen van de vorige eigenaar van dit huis. Hij liet er negen achter; waarschijnlijk geërfd van zijn grootouders, de matrassen hadden maatje Napoléon: zo'n 1.20 bij 1.80 meter.

We maakten er een vreugdevuur van en sliepen verder op onze akelige latex-matrassen. De jaren gingen voorbij, en op een dag stonden we onszelf toe nieuwe exemplaren te kopen. En keken raar op in de winkel. Een éénpersoons Franse matras is 90 bij 1.90; een tweepersoons 1.40 bij 1.90.

We wilden geen van tweeën. Wij zochten  80 bij 200. "Deux mètres?" riep een verkoper uit. Hij begreep niets van onze wens, het was dan ook een heel klein mannetje. Wat wij zochten was in de buurt echt niet te vinden.

Uiteindelijk hebben we onze toevlucht moeten nemen tot Ikea.  Naar Toulouse of Bordeaux, in beide gevallen is het tweeënhalf uur rijden. Niet echt om de hoek. De reis maken we één keer per jaar. Als we zelf geen matrassen nodig hebben, moet er wel een aantal worden vervangen in de gîtes. Want de matrassen van Ikea liggen lekker, maar gaan bepaald niet lang mee.

Anderhalf jaar geleden huurden we een vakantiehuis in Normandië. Wij ouders sliepen op een matras van 1.60 bij 2 meter, dat bestaat dan weer wel. De jongens - één Nederlands, één Frans - sliepen in éénpersoonsbedden: beiden met de voeten buiten boord.

zondag 24 februari 2013

Raclette

En wat eten we deze maand als we worden uitgenodigd voor het diner? Raclette. Zijn wij daar blij mee? Bepaald niet. Racletten is de grote niet te vermijden show van dit moment. De hele supermarkt ligt vol met voorgesneden kaas en voorverpakte plateaus vleesbeleg.

Raclette is oorsponkelijk Zwitsers. Een halve grote kaas wordt aan één kant verwarmd en je schraapt - van het werkwoord râcler - er steeds een plak af. Het wordt gegeten met aardappelen en augurken en gedronken met thee of witte wijn.

Hier niet hoor, hier is de moderne variant in zwang. Die met witte wijn en heel veel vleeswaren. Er wordt niets geschraapt, we verwarmen de voorgesneden plakjes smakeloze kaas op een soort gourmettestel. Onderin de kaas, boven het vlees. Daarbij krijgen we in de schil gekookte aardappelen.

Bij mensen gaan eten en dan zelf moeten koken heb ik altijd al een beetje raar gevonden. Maar als ik dan ook nog stopverf in een bakje moet opwarmen, loop ik niet over van enthousiasme. Ik zal blij zijn wanneer de raclette-tic weer is afgesloten. Helaas kunnen we er de klok op gelijk zetten dat er volgend jaar weer wordt geraclet. Misschien moeten we het heft in eigen handen nemen en andere kaas inzetten. Ons kind is zo'n acht jaar geleden op schoolreis geweest  in Chamonix, hij  herinnert zich tot de dag van vandaag dat de raclettekaas daar waanzinnig lekker was. En niks voorverpakt, hij schraapte zelf.

zaterdag 23 februari 2013

Poêle à granulés


Hier is hij dan, onze nieuwe trots, onze poêle à granulés. In het Nederlands heet zo'n kachel om onduidelijke redenen een pelletkachel. Er gaan granules in, korrels. De naam korrelkachel zou misschien een beetje gek zijn, ik geef het toe.

De korrels zijn van hout, onder hoge druk samengeperst, er wordt niets aan toegevoegd. Ze gaan in een reservoir bovenin de kachel. Met een soort wokkel voert de kachel de korrels gedoseerd naar de verbrandingskamer. Daar is een gloeispiraal die de pellets doet ontbranden. Een ventilator blaast de warme lucht de kamer in. Zo simpel als wat.

We hebben ook overwogen om een houtkachel te installeren. Zo'n kachel heeft één groot voordeel: ze zijn veel goedkoper. Uiteindelijk won de pelletkachel, hij heeft meer pluspunten. Je hoeft maar één of tweemaal per dag korrels bij te vullen. De pelletkachel haalt de lucht voor de verbrandingskamer van buiten en niet uit de kamer. Je kunt zelfs min of meer de temperatuur regelen. Het rendement schijnt hoog te zijn, maar dat moeten we nog zien, mischien was het een verkooptruc...

De kachel verwarmt in elk geval goed, tot nu toe was er electrische verwarming in de gîte, de warmte is nu veel gelijkmatiger. Straks komen de eerste huurders sinds we de kachel plaatsten, over een week weten we hoe hij in de praktijk bevalt.

Waar we de pellets kopen? Bij elke doe-het-zelfzaak bij ons in de buurt liggen zakken van 15 kilo. Oorspronkelijk hadden we het plan om de korrels en vrac te laten komen, los dus, maar dat gaat vanaf tweeduizend kilo. Waar laat je zo'n berg.


vrijdag 22 februari 2013

Smaakmakers


Nieuwe bordjes schieten als paddenstoelen uit de grond. Op de gemeentegrens van Objat staat opeens dit ronde bord. Wat is er voor opmerkelijks en lekkers te vinden in dat dorp?  Is er een sterrenrestaurant? Helaas. Werkt er een bekende chocolatier? Ook niet. Een prijswinnende patisserie dan? Alleen in onze dromen.

Ik woon al twaalf jaar vlakbij, maar ik heb geen idee. Internet biedt uitkomst. Er is een site - sitesremarquablesdugout.com - en er blijken hele hordes dorpen met zo'n bordje. Het zijn allemaal plaatsen waar een bijzonder product op gebied van eten en drinken te vinden is. En ze zijn bijna allemaal in het zuiden en in het oosten. Jullie daar in het noord-westen: lekker puh.

Het idee van sites remarquables du gout  is best grappig. Er moeten vier dingen zijn: iets lekkers, iets moois, iets te zien en iets te doen. Een willekeurig voorbeeld:  l'ail rose de Lautrec (roze knoflook). Het is niet zo maar een knoflook, het is een knoflook met een Label Rouge en een IGP (L'indication géographique protégée). In de zomer is er iedere vrijdag een knoflookmarkt en kun je een cursus koken met knoflook volgen; er zijn wandelingen in de omgeving langs kwekerijen, waar de knoflook dan te drogen hangt. Lautrec zelf is een middeleeuws stadje. Kortom: een leuk uitje voor een vakantie.

En zo zijn er plaatsen met bijzondere kazen, wijnen, oesters, pruimen, truffels en olijfolie. Altijd in een mooie omgeving en met een of ander feestje. Wat me terugbrengt naar Objat. Het is een leuke, levendige plaats met een markt op zondag, maar wat is dan toch het product? Het blijkt niet iets waar je spontaan rauw je tanden in kunt zetten. Onze opmerkelijke smaak is veau sous la mère. Wablief? Kalf onder de moeder. Limousin kalfjes die opgroeien met melk van hun moeder. Het vlees wordt dan lichtroze en heel mals.

En wat is dan ons uitje? We wonen hier op het platteland; dus kun je boerenbedrijven bezoeken. Leuker dan dat: er is elke twee weken een kalverenmarkt in het centrum. Het handjeklap gebeurt nog in francs....

donderdag 21 februari 2013

Tweehonderd jaar aan de pillen

Het journaal van acht uur gisteren: we kunnen in de nabije toekomst tweehonderd jaar oud worden; één op de tien Fransen slikt anti-depressiva (en een heleboel andere mensen nemen slaappillen of tabletten tegen angst); de vrienden van Sarkozy hielden een symposium; bij Goodyear Amiens werken ze drie uur per dag.

Allemaal in één journaal, het is moeilijk om de gedachten niet de vrije loop te laten.
Na vijf jaar Sarkozy is tien procent van Frankrijk aan de Prozac. Meer niet?
Arbeiders van Goodyear in Amiens werken nog maar drie uur per dag. Zij kunnen daarmee best tweehonderd jaar oud worden. Mits ze op hun zestigste met pensioen gaan, dat spreekt voor zich.

En die werknemers van Goodyear zijn natuurlijk allemaal zwaar aan de pillen omdat ze en masse lid zijn van de verkeerde vakbond. Zo eentje die alleen maar non en grève zegt. Daardoor gaat de fabriek waarschijnlijk dicht. Kan Sarkozy de autobandenfabriek niet overnemen? Dan doet hij iets nuttigers dan alleen maar elfduizend euro per maand binnen hengelen bij de conseil constitutionel. Het zou zonde zijn als het bedrijf zou sluiten, er zijn ten slotte altijd autobanden nodig in dit land; al was het maar om ze bij de fabriekspoort in de fik te steken tijdens een staking.

Maar stel je nu eens voor dat Sarkozy en zijn vrienden tweehonderd worden. Dan hebben zij nog 142 jaar om hem weer tot presidentskandidaat te bombarderen. Brrr.
En als ik tweehonderd word ga ik dat ook nog meemaken. Bij dat idee ga ik spontaan aan de Effexor.

woensdag 20 februari 2013

Conduite accompagnée (2)

De sticker moet links achterop de auto
En hoe vond u het om voor het eerst met uw kind mee te rijden? Een beetje moeilijk zeker. Kijk uit! Pas op! U kreeg bijna een hartverzakking. Wat nergens voor nodig was, uw kind had zijn rijbewijs op zak. En kan dus autorijden. Die van ons heeft nog geen rijbewijs, hij mag het pas over een jaar halen, als hij 18 is. Toch zaten we maandag voor het eerst in een auto met hem achter het stuur. Verplicht op de achterbank, dat wel.

Onze zoon heeft in vier weken tijd twintig rijlessen gehad. Nu gaan wij met hem rijden, minimaal 3000 kilometer in twaalf maanden. Om de overgang tussen rijschool en conduite accompagnée niet al te stressvol te laten zijn moeten ouders verplicht twee uur achterin meerijden tijdens een van de laatste lessen. Het was natuurlijk een eitje, het kind reed goed en er zat een rij-instructeur bij.

En toen zat ik vandaag voor het eerst naast mijn zoon in de auto; aan de verkeerde kant dan. Hij reed. We reden over wegen waar je 90 mag  (hij 80),  waar je 110 mag (hij 100) en waar je 50 mag (hij ook, gelukkig, anders is het helemaal niet meer te volgen). En ik word geacht in de peiling te houden of hij de verkeersborden ziet, goed om zich heen kijkt, nou ja, goed auto rijdt. Wij mogen volgens de brochure die we kregen niet te veel kritiek hebben, anders zou het kind maar onzeker worden. Van zenuwachtige, spontaan nagelbijtende ouders wordt niet gerept in de guide pratique de l'accompagnateur.

We kunnen onze zoon niet zomaar vrijblijvend een jaar lang als chauffeur inzetten.We mogen niet eens lamlazerus bij hem in de auto stappen. Wij blijven altijd verantwoordelijk. Als hij een ongeluk veroorzaakt moeten wij blazen. De komende jaar hebben we twee keer een verplichte rendez-vous pédagogique op de rijschool. Ik verheug me er erg op; elke sessie duurt drie uur.

Zijn er verder nog plichtplegingen? Ja, natuurlijk, dit is Frankrijk. Er is al een dossier heen en weer  gegaan naar de préfecture. De rijschool heeft stempels gezet, de autoverzekeraar heeft stempels gezet, er staat zwart op zit in welke auto's zoonlief mag rijden - de Dyane zet ik later in om de moeilijkheidsgraad te verhogen - en met wie.

En als begeleider met fluwelen handschoenen hebben wij de eer elke rit van onze zoon te noteren in het boek dat altijd in de auto moet liggen (voor het geval een gendarme ons aanhoudt). Er wordt niet alleen verwacht dat we het aantal afgelegde kilometers noteren, maar ook het type traject en de 'verkeersomstandigheden'. We hebben zelfs twee vierkante centimeter ruimte voor opmerkingen en impressies.
Hoeveel procent van de Franse ouders zullen dit serieus bijhouden? Ik gok op één.


dinsdag 19 februari 2013

Hoornaar-val

Stop maar weer met die winterse rode wijnen, het is tijd voor wit! We gaan er levens mee redden. En andere dieren verzuipen, dat is dan ook wel weer waar.

Tussen nu en eind april zoeken de koninginnen van Aziatische hoornaars een nieuwe plek voor een nest. Dit is het moment om ze de nek om te draaien. Men neme een lege plastic waterfles; je knipt er de bovenkant vanaf en doet die omgekeerd in de fles. Je bindt het geheel aan een boom of een stok. En dan jammie jammie, de vulling: een half flesje bier en een flinke laag grenadine. En, heel belangrijk, een scheut witte wijn. Aziatische hoornaars hebben niks met witte wijn, maar bijen gruwen ervan. Daardoor blijven zij uit de buurt van deze vallen; en dat komt goed uit, deze hele exercitie is bedoeld om bijen te redden.

Gewone hoornaars - frelons - hebben we altijd gehad. Het zijn boswespen, ze komen ook in Nederland voor. Ze zijn groot,  maken het geluid van een vliegtuig, maar doen niks zolang je ze met rust laat. Ze eten fruit. Dat is hooguit lastig als ook jij net dat fruit wilt plukken.

Een aantal jaren geleden arriveerde de Aziatische hoornaar -  frelon asiatique - in zuid-west Frankrijk. Het dier rukt op, hier in de westelijke Corrèze heb ik ze al twee zomers gezien. Deze soort hoornaars eet geen fruit. Ze eten bijen. Aziatische bijen hebben al langer met dit bijltje gehakt en weten hoe ze een hoornaar kunnen aanpakken. Ze omcirkelen het dier zodat zijn temperatuur stijgt en hij uiteindelijk dood neer valt.

Bijen in Europa zijn nog niet op de hoogte van deze oosterse vechttechniek. Hele bijenvolken worden uitgemoord door le frelon asiatique. Totdat 'onze' bijen hebben geleerd wat ze moeten doen wanneer er een hoornaar voor hun bijenkast hangt, kunnen we ze beter maar een handje helpen. De vallen kunnen blijven hangen tot 1 mei, daarna vang je te veel autochtone insecten.


zondag 17 februari 2013

Indochine

Een recensie schrijven over een cd van een groep waarvan je fan bent is natuurlijk een hachelijke onderneming. Wanneer je schrijft dat je de nummers goed vindt neemt niemand dat erg serieus. Want iets anders zou je toch niet hebben opgeschreven.

Vier jaar geleden, toen de vorige cd van Indochine uitkwam,  heb ik dat probleem omzeild door de zanger van de groep te gaan interviewen. Dat zat er ditmaal niet in, u zult het moeten doen met mijn oordeel dat de net verschenen Black  City Parade een geweldig album is. Gelukkig zijn de echte Franse recensenten dezelfde mening toegedaan, sta ik ten minste niet eenzaam voor gek mocht u de muziek niks vinden.

Black City Parade is het twaalfde studio-album van deze Franse rockgroep - nou ja, laten we het soft-rock noemen - die al 32 jaar meedraait. Net als bij de vorige cd heeft de groep veertig nummers geschreven en opgenomen, en er dertien uitgekozen (en drie voor een bonus-cd ); zouden ze die overige 24 liedjes bewaren, zodat de erfgenamen er in de toekomst over kunnen ruziën?

Destijds vertelde zanger Nicola Sirkis dat bij Indochine de melodie op de eerste plaats komt; het is pop, rock, electro, van alles wat. En blijft altijd in je hoofd hangen. Bij de vorige cd La République des Météors gingen de songteksten over jonge soldaten in de oorlog. Je moest na het album zo ongeveer uit de loopgraven klauteren. Dit keer zijn de de tekst afwisselender. Maar niet altijd vrolijker. Zo gaat College boy over een homoseksuele puber die op het internaat van het Collège leert dat zijn leven niet gemakkelijk zal zijn. Een soort moderne versie van  3ème Sexe over bisekualiteit dat de groep 25 jaar geleden opnam.

En dan is er het studentenprotest in Québec vorig jaar (Le Fond de l'air est rouge), een agente die niet bestaand verkeer regelt in Noord-Korea (Traffic Girl, grappig genoeg met een Caraïbisch aandoend arrangement) en het dochtertje van Sirkis dat wordt getroost omdat ze wordt gepest (Thea Sonata). Het nummer Wuppertal is geïnspireerd op de film Pina Bausch in Tanzträume; Belfast op een dichtbundel van Silvia Plath. 



 Sommige teksten blijven raadselachtig. Kill Nico? Geen idee waar die over gaat.  Black City Parade en La Messie lijken qua arrangement bijna wel blije EO-nummers, maar dan met de nodige seks en putain in de tekst. Sirkis heeft alle Franse teksten geschreven, er is op de bonus-cd één Engelstalig lied bij van de hand van Tom Smith van de Editors. Dat is dan ook de enige minpunt; er is niets mis met het nummer, maar een Fransman die in het Engels zingt, het zou verboden moeten worden. Nico, s'il te plaît, niet meer doen!

Indochine gaat
vanaf donderdag op toernee; waarschijnlijk zal de concertreeks twee jaar duren. Concerten van Indochine zijn nogal een happening, mocht u het willen meemaken, grijp uw kans, dit is waarschijnlijk de laatste grote tournee van de groep.

Een verslag van het concert in Parijs in 2010 staat hier: Stade de France
Mijn interview met Nicola Sirkis, gehouden vlak voor de vorige tournee, staat hier:interview


zaterdag 16 februari 2013

Televisie zonder uit-knop

Gisteravond waren we uitgenodigd voor het eten door mensen die we redelijk goed kennen, bij hen hoeven we niet op te zitten en pootjes te geven. Kon ik ten minste een prangende vraag stellen die me al een tijdje bezig houd: waarom staat de televisie bij Fransen altijd aan.

Zit je met z'n zessen gezellig aan tafel, is er nog een irritante zevende stem aanwezig van de tv; en met een beetje pech ook een  achtste, negende en tiende stem, bij praatprogramma's bept iedereen door elkaar.

Ik stelde laatst dezelfde vraag aan de copines, zij ontkenden glashard dat bij hen de televisie aan staat tijdens het eten. Maar het is wel zo, ze doen de tv aan bij het opstaan, hij gaat pas uit als ze naar bed gaan. Voor hen is de televisie geroezemoes op de achtergrond, ze horen het niet eens.  Als ik een gesprek in het Frans wil volgen moet ik mij concentreren. Wanneer de tv aan staat moet ik mijn uiterste best doen om dat geluid weg te filteren. Wat lang niet altijd lukt, ik mis halve gesprekken.

Bij een vriendin van me staan vaak twee televisies aan. De ene in de huiskamer, de andere in de open keuken.  Het is dezelfde ruimte. Terwijl haar man naar rugby kijkt, volgt zij een soap als Plus Belle La Vie. Mocht ik dan binnenkomen dan zijn ze beiden ook nog in staat om een gesprek met mij te voeren; allebei uit hun deel van de kamer.

Maar waarom staat die tv nou altijd aan? Als achtergrondgeluid. Omdat het anders zo stil is. Woon je op het platteland, kun je profiteren van de rust, je hoort geen auto's, geen vliegtuigen, niets, en wat doe je?  Je doet de televisie aan om maar iets te horen...

vrijdag 15 februari 2013

Paardenvlees

Een van de troetelpaarden van de buren
Nu woon ik toch al twaalf jaar in Frankrijk, ik heb nog nooit paardenvlees in de schappen gezien. U denkt: dan let je niet goed op.

Maar ik heb wel ander vlees zien liggen: tripes, varkenspoten, lamspootjes omwikkeld met lamspens, kippenhartjes, foie gras, andouillettes, nieren, hersenen, tongen, elk onderdeel van koe, schaap, varken, kip en eend heb ik weleens in de vitrine gezien.

Om maar niet te spreken van de levende krabben, langousten en de oesters bij de visafdeling. Laatst bij de Chinees in Brive zag ik voor het eerst kikkerbillen.

Kortom, Fransen eten alles. Behalve paardenvlees. Een vriendin van me zei dat er misschien in de stad nog een paardenslager is, ze wist het niet zeker. Volgens haar worden paarden niet gegeten, omdat ze worden gezien als gezelschapsdier. En zeker hier in de buurt; Pompadour is vijftien kilometer verderop, daar is een Haras, een Nationale Stoeterij. Het paard van Jacques Chirac staat er, gekregen van de president van Algerije.

Of zou deze volbloed ook zijn weg hebben gevonden in de lasagna van Findus? Nu weet ik waarom ik nooit paardenvlees heb zien liggen: ze hebben het gewoon verstopt.

donderdag 14 februari 2013

Bezigheidstherapie


Soms zie je een nieuw bord langs de weg en vraag je je in het voorbij rijden af wat er op staat. Gisteren ben ik gestopt om te kijken. En werd niet veel wijzer. Dit dorp heeft een label, zoveel is duidelijk. Verder is het dorp zoiets als 'land van belofte'.  Maar niet erg lang: tot 2015.

Belofte van wat? Waarom tot 2015? Wat doet die zwaluw daar? En dat klavertje in een hart? Het is een gekmakend bordje. Eenmaal thuis moest ik het opzoeken. Het bordje blijkt gebakken lucht te vertegenwoordigen. Een soort bezigheidstherapie voor plattelandsburgemeesters.

Een aantal van die burgemeesters  heeft zich verenigd voor duurzame ontwikkeling. Heel nobel. Maar in plaats van elkaar zo nu en dan te bellen met 'zeg, heb jij nog iets duurzaams bedacht?', heeft de stichting zich bezig gehouden met een label. En een bord. En een brochure. En ongetwijfeld fijne vergaderingen onder het genot van een hapje en een drankje.

Een burgemeester die lid wil worden van de stichting Notre Village betaalt per jaar 60 cent per inwoner. En als het dorp dan ook het label wil kost dat minimaal 2000 euro per jaar, dat is voor de allerkleinste dorpen met minder dan 500 inwoners. En dat betalen die burgemeesters natuurlijk niet uit eigen zak. Dat betalen wij. Of liever gezegd, zij, de mensen die in een dorp wonen met zo'n 'prachtig' bord. Ons dorp heeft geen bord, laat staan een label; ik zit er niet mee. En ik wil al niet meer weten wat die zwaluw daar doet.


woensdag 13 februari 2013

Nieuwe cd

Ik zal de komende week veel in de auto zitten. Ik wil nergens heen, als ik maar in de auto ben.  Daar kan ik ongestoord mijn nieuwe cd beluisteren.

Mijn man en ik hebben een andere muzieksmaak. Hij is van de meisjes als Adèle en Lana en als het maar niet Frans is. Ik ben van de jongens als U2, Muse en het mag best Frans zijn. Gisteren arriveerde de nieuwe Indochine, besteld op internet.

Het is al mijn vierde cd van deze Franse band, mijn man ziet het met lede ogen aan. Hij vindt de muziek nog wel gaan, soms, maar vindt de stem van zanger Nicola Sirkis een ver-schrik-king. Hij heeft het over "die akelige piepstem". Onbegrijpelijk vind ik dat. Zeker uit de mond van iemand die van Kate Bush houdt.

Het liefst luister ik thuis, de echte cd, met goede luidsprekers. Maar het komt er vaak niet van. Om geen ontwenningsverschijnselen te krijgen zet ik mijn favoriete muziek op een usb stick in de auto. Roger doet dat ook, we hebben allebei een halve stick. En als we samen in de auto zitten? Dan rijden wij in stilte...

dinsdag 12 februari 2013

Inblikken


Als ik vroeger meegemaakt zou hebben, dan zou ik nu hebben geschreven, dit doet me denken aan vroeger. Hier wordt vlees ingeblikt. Niet in een fabriek, maar bij de groenteboer om de hoek. In deze contreien worden veel eenden gehouden. Ze zijn nu vetgemest en worden deze tijd van het jaar geslacht. Als je ze niet zelf in een pot doet, kun je het laten doen.

Inblikken of felsen heet hier sertissage boîtes, het is een verbindingstechniek waarbij de randen van de platen in elkaar worden gevouwen en aangedrukt. De blikken op de foto zitten vol met klaargemaakte magret de canard, cuisse de canard, foie gras, cou farci, graisse en abats (filet, poot, lever, gevulde nek, vet en afval). De machine maakt deksel en blik tot één geheel. Alle blikken moeten hierna nog drie uur worden verhit.

Als je zo gek bent op eend leek het mij makkelijker om er elke week eentje te slachten. Toen ik dat hardop voorstelde, keek het echtpaar dat de eenden liet inblikken me geschokt aan. Volgens het stel moeten de dieren worden geslacht als ze zijn vetgemest. En dat is nu, in de winter. Om zijn woorden kracht bij te zetten voegde hij eraan toe dat er twee eenden bij zaten met een elk een lever van 2,5 kilo.
Waarvan akte.

maandag 11 februari 2013

Proefwerkweek

Vandaag begon de proefwerkweek op het Lycée van mijn zoon. De proefwerken zijn een soort oefening voor het eindexamen, sommige duren wel vier uur. Het ochtendprogramma begint daarom al om tien voor acht. U leest het correct: 07.50 uur.

Dan worden de pubers geacht zo wakker te zijn dat ze goed kunnen nadenken. Ik heb er een hard hoofd in. Omdat de schoolbussen soms te laat zijn, heb ik mijn zoon vanochtend naar Brive gebracht, hij sliep nog half toen hij uit de auto stapte.

Vanochtend werd het spits afgebeten met drie uur mathématique (wiskunde). En vanmiddag vier uur lang histoire-géographie (geschiedenis-aardrijkskunde). Histoire-géo is in Frankrijk één vak. Deels is het stampwerk (plaatsen, rivieren, jaartallen), maar er moet ook een  betoog worden geschreven. Leerlingen zijn altijd bang hors sujet te schrijven, buiten het onderwerp. Het gebeurt veel en wordt afgestraft met nul punten.

Morgenochtend gaat de proefwerkweek verder met vier uur français. Ik heb een bètakind, français n'est pas sa tasse de thé zal ik maar zeggen. Frans hier op school is oorverdovend saai en de leerlingen mogen niet zelf kiezen welke boeken ze lezen. Het is verplicht veel Molière, Balzac, Zola en consorten. De leerlingen krijgen morgenochtend drie teksten voorgelegd (vaak 17de eeuws, gaap), moeten verbanden leggen, stijlvormen herkennen en wederom een betoog schrijven over één van die drie teksten. De leerlingen schrijven altijd zo veel mogelijk, dan is er altijd wel iets goed...

Morgenmiddag volgt nog Engels (open vragen, geen multiple-choice). Woensdag is een halve schooldag, zelfs op het Lycée, in die paar uur propt de school twee proefwerken, physique-chimie (natuurkunde-scheikunde) en SVT (science de la vie et de la terre), een soort uitgebreide biologie. Donderdag wordt afgesloten met Spaans.

Olé denk je dan, ik ben ervan af. Ben non, donderdagmiddag beginnen de gewone lessen weer. Oef, gelukkig is het vrijdag na school vakantie.


zondag 10 februari 2013

Fikkie stoken


Even leek het er gisteren op of ons vuurtje zou aanslaan. Dat was maar heel even. Onze vuurstapel staat nog steeds op de chemin public onderaan de tuin. We hebben een composthoop en brengen veel groenafval naar de déchetterie, maar er blijft altijd genoeg over om in brand te steken. Dat vinden wij leuk. En velen met ons, in de winter zien we in het weekeinde altijd wel ergens een rookpluimpje in het dal.

Het hout wilde niet branden omdat het nat is; zelfs het droge hout is nat. Het heeft de afgelopen tijd zoveel geregend dat alles verzadigd is. Ik heb van de week gepoogd de stapel in de fik te steken met een aanmaakblokje en met droog kachelhout. Het leidde tot niets. Gisteren was Roger aan de beurt met een lap met benzine. Ook die actie was weinig succesvol, een aantal vlammen en veel gesis.

Binnenkort proberen we het weer, overal in de tuin ligt nog snoeihout dat ook op de brandstapel moet. Waarom we het niet naar de déchetterie brengen? Dit is hout van sleedoorns; overal doorns, soms wel vijf centimeter lang, de takken zijn compleet onhandelbaar. Het is niet compact te krijgen, het is een kwestie van proberen klein te knippen en meteen op het vuur gooien.

De volgende keer steken we het aan met diesel, dat vinden wij het beste werken, anderen zweren bij afgewerkte motorolie. Fikkies stoken mag meestal tot het einde van het voorjaar, daarna is het verboden. Omdat het dan te droog is; wij wachten er deze winter met smart op. Al jaren wordt er gejeremieerd dat het peil van  la nappe phréatique (grondwater) te veel zakt, me dunkt dat het niveau de afgelopen vijf weken behoorlijk is aangevuld.


De grap van de week:
Johhny Hallyday en Amanda Sthers hebben samen een boek geschreven over de zanger, Dans mes yeux. Het  toch wel serieuze tijdschrift L'Express wijdt  tien pagina's aan het boek en publiceert een aantal fragmenten. Een van de passages gaat erover dat Hallyday in 1962 in de Verenigde Staten op zoek was naar muzikanten, toen zijn stiefvader belde dat hij de geschikte musici had gevonden, in de Star-Club in Hamburg. Maar dat hij een dag te laat was. Die muzikanten waren de Beatles.
Paul Mccartney als gitarist voor Hallyday. Zou hij het zelf geloven?



zaterdag 9 februari 2013

Pellet-kachel


Daar is hij dan eindelijk. We hadden 'm begin december besteld, hij zou nog voor de kerst worden geleverd. Dat werd begin januari, toen eind januari en vervolgens februari. Tot onze verrassing kregen we deze week een sms dat we onze Italiaanse Zibro in Brive konden komen halen. Komende week gaan we 'm installeren in een van de gîtes. Wat het is? Het is een pellet-kachel. We hebben er meteen maar twee pellets bij gekocht.


Ps
Gisteren werden de Victoires de la Musique 2013 uitgereikt in de Zénith van Parijs.
De winnaars in vogelvlucht (u mag de 'beste' en 'van het jaar' er zelf bij denken):
Dominique A (zanger)
Lou Doillon (zangeres, zij is een dochter van Jane Birkin)
C2C (vier Victoires: ontdekking van het jaar als groep en op het podium,  Tetra  electro-danceplaat, Fuya  clip)
La Grande Sophie (La place du fantôme liedjesalbum)
Skip the use (Can be late, rockalbum)
Shaka Ponk (The geeks tour, concerttournee)
Oxmo Puccino (Roi sans carrosse hip hopalbum)
Amadou & Miriam (Folila, album wereldmuziek)
Camille (Allez allez allez, meest oorspronkelijke liedje)

vrijdag 8 februari 2013

Musique

U en ik wonen op een andere planeet. Vanavond is de uitreiking van de Victoires de la Musique, van de meeste Franse artiesten heeft u waarschijnlijk nog nooit gehoord. Van Céline Dion wel ja, maar dat is valsspelen, zij komt uit Québec.

Voor de grap keek ik vanochtend bij de supermarkt naar de cd toppers van dit moment. Op 1 staat Calogéro met de groep Circus. Ik heb een zwak voor Calogéro; bij de meeste Franse zangers gaat het alleen om de tekst, bij Calogéro is de melodie ook een feest. De nummers  Face à la Mer (met rapper Passi) en En apesanteur vervelen mij nooit.

Op nummer 2 staat Sexion d'Assaut, een rap-groep. Zowaar gevolgd door het Brits-Ierse bandje, One Direction. Een niet-Franse groep ? Hoe zijn die vijf jongens in hemelsnaam in deze vitrine terecht gekomen? Op 4 zijn we weer terug in l'Hexagone met een live cd van Jean-Louis Aubert (de vroegere zanger van Téléphone). Op 5 'Francis Cabrel  adapte et chante Bob Dylan'. Een Franse zanger die nummers van Dylan bewerkt en zingt. Klinkt angstaanjagend.

We hebben nog een paar cd's te gaan.  Op 6 vinden we een live cd van Coldplay - ook in Frankrijk niet te stuiten - en op 7 Zumba fitness (een hele rage hier); op 8 de cd 2nd Law van Muse. Die kreeg ik laatst van de copines (te samen met de autobiografie van Dave...).  Johnny Hallyday doet op nummer 9 nog steeds een beetje mee, net voor de zangeressen Rihanna en Nolwenn Leroy (zij won in 2002 de Franse Star Academy, haar vierde cd Bretonne had vorig jaar een ongekend succes). Ik zag Leroy een aantal jaren geleden in het voorprogramma van Pascal Obispo; ze zou in Nederland vermoedelijk geen hoge ogen gooien.

Het Franse gehalte hield nog niet op bij de super. De resterende cd's waren allemaal francophone: M, Garou, Michel Sardou en Florent Pagny. Vind ik dat erg? Nou nee, als ik wat anders wil dan koop ik dat op internet. Maar verbazingwekkend blijft het wel.

Mocht u niet eeuwig in Aznavour, Trenet en Bécaud willen blijven hangen, luister eens op deezer.com naar deze of gene Franse zanger(es). Misschien hoort u wel iets leuks. Zelfs mijn zoon luistert weleens Frans, in zijn geval naar Shaka Ponk. 

donderdag 7 februari 2013

Kippen

Binnenkort is het weer lente en dan zeggen we tegen elkaar dat het zo leuk zou zijn om kwartels of kippen te houden. Dat zeggen we ieder jaar, we nemen ze nooit.

In het voorjaar staat er op zondagochtend op de markt een mevrouw met planten en kwartels. Niet klaargemaakt nee, levende kwartels. Ze springen zo leuk op en neer.  Een en al schattigheid. Nadeel is dat ze in een hok gehouden moeten worden. Dieren opsluiten, daar zijn wij niet zo van. En dat ze zo leuk op en neer springen? Vinden zij helemaal niet leuk; kwartels springen uit stress. Wel een meter hoog.

Een paar kippen op het erf dan. De eerste keer dat we het over kippen hadden keek ik onmiddellijk naar de moestuin. Ik moet de groenten al delen met slakken, mieren, ontsnapte koeien en een onbekend dier dat uit elke rode kool één grote hap neemt, kippen hoeven daar niet ook nog bij.  Roger stelde voor een mooi hek om de moestuin te zetten. Als hij die maakt, wie zal ik dan zijn om hem tegen te houden?

Het hek en de kippen zijn er niet gekomen. De vogelgriep (la peste aviaire) gooide roet in het eten.  Iemand in het dorp slachtte al zijn  kippen, de buurvrouw spande netten boven de ren. Wij schortten onze plannen op. Een jaar later was de vogelpest  vergeten, en konden wij weer mijmeren over kakelverse eieren. We schoven het project op de lange baan toen bleek dat we omringd worden door liefhebbers van kippenbouten:  roofvogels en vossen.

Mijn dorpsgenoten en ik kunnen vogels niet uit elkaar houden. Alle roofvogels heten hier une buse. Vorig jaar zag ik zo'n buse een duikvlucht nemen naar zijn lunch, een kip van de buren. En dat was dan maar één kip; een nachtelijk bezoek van de vos mondt uit in een ware slachtpartij. Vorig weekeinde was het weer zover, vertelde de buurvrouw. Wij hebben niets gehoord, zij heeft niets gehoord, maar van de twintig kippen en eenden zijn er nog maar drie in leven. Een aantal is meegenomen, de rest lag 's ochtends dood in het weitje.

De buurvrouw reageert altijd laconiek. Een vos moet ook eten, vindt ze. Ik gun de buse en de vos ook hun boutje, maar ik zou Truus, Trut en Eitje niet graag verminkt op het erf terugvinden. Het projet poule wordt vermoedelijk weer niets dit jaar.

woensdag 6 februari 2013

Vide congel

Vanochtend werd ik gebeld door een van de vriendinnen. Of ik de 23ste beschikbaar ben, dan is de volgende soirée copines. Tuurlijk, een soirée copines wil ik niet missen. 'Le thème est vide congel', voegde ze eraan toe. Dat hoor ik niet goed, dacht ik. Zij belt altijd mobiel, halve zinnen vallen weg. Quoi? riep ik dus.

Niet erg beleefd in Frankrijk om alleen quoi te roepen, maar bij de copines mag dat. 'Vide congel'  herhaalde ze. Ik had het echt goed gehoord en verstaan; haar congélateur (vriezer) moet leeg. Een soort kliekjesavond uit de vriezer. Ik ging meteen in mijn hoofd na wat ik in de vriezer heb. Spruiten en boerenkool van deze winter uit de tuin; nog wat te droog uitgevallen broccoli en rode kool van afgelopen zomer - het regende zes weken niet, zelfs de waterput raakte leeg - de tomaten en paprika's zijn allang op. Er ligt nog een kwart bûche, overgebleven van kerstmis. En misschien een zakje vlees voor bourguignon.

Het water liep me niet in de mond zal ik maar zeggen.  Een lekkere maaltijd voor zeven personen ligt niet in mijn vriezer. Ik had bij wijze van spreken de nasmaak van broccoli nog in mijn mond toen de copine vertelde dat ze nu toch echt van die foie gras afwil.  Haar vriezer blijkt vol te liggen met heel andere etenswaren dan die van mij; zij heeft connecties. Haar broer heeft de grootste moestuin uit de omgeving. Diens vriendin houdt Limousin koeien en eenden.

Bij haar vide congel wordt het dus smullen. Ze heeft goede ingredienten en is een goeie kok; zij kookt in haar vrije tijd voor feesten en partijen. Ik kan bijna niet wachten tot de 23ste. O ja, voor ik het vergeet, zoals altijd moeten de copines verkleed komen. Roger kwam met een idee dat ik meteen overnam.  Ik ga als glaçon, ijsblokje.



dinsdag 5 februari 2013

Wassen neus


In Objat viel mijn oog op een reclamebord. Wat een leuke verrassing, volgens de poster kunnen we vliegen van Brive naar Amsterdam. Dat zou ik best eens kunnen doen, dacht ik nog tijdens het autoritje naar huis.

Tot nu toe was vliegen naar Nederland voor ons een mijl op zeven, we doen het dan ook nooit. Een vriend met een tweede huis hier in de buurt probeerde een keer de verbinding Rotterdam-Bergerac. De vlucht ging prima; daarna was hij met het openbaar vervoer nog tien uur onderweg. En goedkoop was het ook niet.

Thuis surfte ik vol verwachting naar de site van het vliegveldje ten zuiden van Brive, dat heel chic Brive Vallée de la Dordogne heet. Ik keek bij destinations, bestemmingen. Paris Orly, London City, Maastricht, Ajaccio. Heeft u Amsterdam zien staan? Ik ook niet. De rechtstreekse verbinding bestaat niet. De poster is een Wassen Neus.

Er komt wel een nieuwe verbinding, Brive-Maastricht van Ryanair. Maastricht? Is dat niet iets met een verdrag?  Te onbekend, moeten ze op het vliegveld van Brive hebben gedacht; we zetten gewoon in koeieletters Amsterdam en een foto van een gracht op de poster, en het komt helemaal goed. Behalve voor de mensen die naar Amsterdam willen dan;  als je naar Parijs gaat, land je ook niet graag in Marseille.

Omdat ik toch op internet zat ben ik gaan kijken hoe ik dan wel per vliegtuig op Schiphol kan komen.  Via  Parijs met Air France voor 417 euro. Mwah, dat vind ik iets te begrotelijk. Familieleden van me vliegen tussen Carcassonne en Charleroi voor 22 euro...

Ik kreeg op het web andere suggesties in de schoot geworpen: Toulouse-Amsterdam, Bergerac-Rotterdam en Limoges-Brussel. Deze laatste stemde me dan wel weer vrolijk. Eind april kan ik met Twin Jet voor 2.004 euro naar Brussel. Even dacht ik dat het een typefout was. Is het niet. Bij de KLM kost het 2.013 euro, past mooi bij dit jaar. En voor die prijs mag je tweemaal overstappen. Vertrek om 18.15 uur uit Limoges, aankomst de volgende ochtend om 10.45 uur in Brussel. Iemand belangstelling?

Ps. Voor de mensen die tussen Brive en Maastricht willen reizen: dat kan van 3 april tot eind oktober met Ryanair op woensdag en zondag. Een enkeltje kost 35 euro.


maandag 4 februari 2013

Accepte terre


Staan wij oog in oog met een vuilnisbelt? Ben non, wij kijken naar het terrein van iemand die ooit een bordje accepte terre heeft geplaatst.

De man die het stuk grond jaren geleden kocht wilde er een huis bouwen. Om onduidelijke redenen op het  laagste punt. De graafwerkzaamheden voor de fundering waren al in volle gang toen het ontzettend begon te regenen. De uitgegraven rechthoek werd een pierenbad. Toen de gemeente ook nog de bouwaanvraag afwees, had de eigenaar 'm natuurlijk zwaar hangen.

Vervolgens wilde hij begrijpelijk genoeg zijn terrein laten ophogen.Wanneer je hier in de omgeving veel grond nodig hebt, dan maak je een bord accepte terre (ik accepteer grond) en zet die aan de weg. Er is altijd wel iemand die aarde kwijt wil. Zo hebben wij de aangestampte aarde uit onze schuur gegraven en op zijn terrein gestort.

Dat was gewone aarde. Afval brengen we naar de déchetterie. Zo denkt niet iedereen er over. Pvc pijpen, bouwafval, verrot hout, het is een heuse dump geworden. Het bord accepte terre is allang weg, de stort gaat gewoon door; zelfs nu de eigenaar de toegang min of meer heeft afgesloten. Hij heeft ook een nieuw bordje geplaatst: chantier interdit au public. Bouwwerkzaamheden? Het is kennelijk een optimist.

De moraal van dit verhaal? Als je grond nodig hebt zet dan een telefoonnummer op het bord en houdt het terrein afgesloten; bedrijven die grond moeten afvoeren weten je te vinden; mensen die van hun zooi/gif/troep afwillen houd je buiten de deur.

zondag 3 februari 2013

Vogeltjes


We hangen altijd zaadbollen op voor de vogels, maar sinds de eksters die hebben ontdekt, gaan de bollen wel erg snel op. De eksters rukken er net zo lang aan totdat de hele bol op de grond valt en vliegen er dan mee weg, met plastic netje en al. De andere vogels hebben het nakijken, vandaar deze nieuwe vogel-McDo, vorig weekeinde in elkaar geflanst door man en zoon.

Een dakje tegen duiven en eksters, zij kunnen er niet landen. En een opstaand randje zodat het eten niet van het plateautje valt. Ik wil liever niet dat de vogels van de grond eten; dat heeft niets met hygiëne te maken; wel met overlevingskansen. Met alle katten in de buurt is landen in de tuin een hachelijke onderneming.

Chic huisje niet? En toen moest er nog eten worden geserveerd. Ik begon met een snee pain aux céréals (meergranenbrood) van de bakker. Bliefden ze niet. Daarna  had ik een lekkernij voor ze: sushirijst. Ik heb het zelfs in een bakje gedaan; ik leverde er nog net geen stokjes bij. De koolmezen, mussen en andere sijzen  - wij kennen vogelaars, hebben vogelboeken, maar bij ons beklijft het  niet, wij zijn zelden in staat een vogelsoort te herkennen  - lusten geen sushirijst.

Verwende krengen zijn het. Weet u wat ze niet versmaden? Walnoten. Ik had het kunnen weten, het zijn ten slotte Franse vogeltjes.

zaterdag 2 februari 2013

Chandeleur

De galettes des roi  zijn net op, de nieuwe fèves pronken in de kast en we hebben vandaag alweer een eetfeestje! Het is chandeleur. In Nederland Maria-Lichtmis, in Frankrijk crêpe-dag. In dit land wordt bij elk feestje gegeten, een uitzondering is ondenkbaar.

De folders van de supermarkten staan deze week  vol met pannenkoek-attributen. De Intermarché wijdt  wel zeven pagina's aan de chandeleur (het woord komt van chandelle, kaars). Het begint met melk, eieren en bloem, daar kan ik in komen.  En vervolgt met cider, witte rum en cointreau. Zou dat in het beslag gaan? Lallende kinderen aan tafel, van mij hoeft het niet.

En dan hebben we nog slagroom, bakpoeder en maizena; maizena? Ik zag gisteravond reclame op tv, het wordt gebruikt om flensjes luchtig te maken. En wat gaat er op die pannenkoeken? Als ik de folder volg, hebben we de keuze uit jam, speculoospasta en honing. Verbazingwekkend, de mensen die ik ken eten crêpes altijd met hazelnootpasta.

Speciale koekepannen voor flensjes zijn ook in de aanbieding. Ze hebben maar een heel klein opstaand randje. Ik kan er eerlijk gezegd niet mee overweg. Wie geen zin heeft zelf pannenkoeken te bakken kan ze ook kant-en-klaar kopen. Crêpes authentiques paysan Breton, geef het een mooie naam, lekker wordt het er niet van, weet ik uit ervaring...Een hartige crêpe noemen ze een galette. Je hebt ze uit de diepvries met ham en kaas en met ei. Bij de traiteur liggen zelfs galettes met boudin (bloedworst) of zalm. Brr. Wij houden het heel saai op geïmporteerde schenkstroop.

De folder van de supermarkt gaat een pagina verder naadloos over op het Chinese nieuwjaar. In de aanbieding onder meer Wok Thaï en een kit sushi. Ze moeten gedacht hebben: dat is ook ergens in het oosten.

vrijdag 1 februari 2013

Accent

Gisteren bonkte er iemand nogal hard op de deur. Meestal is dat de buurman die onze deurbel weigert te gebruiken. Vrolijk deed ik open; om oog in oog te staan met een mij onbekende man met een aktetas. De jaarlijkse  témoins de Jéhovah had ik een week eerder al afgepoeierd, die konden het niet zijn. Het bleek een verkoper van diepvriesgroenten. Enigszins vreemd in een dorp waar iedereen een grote moestuin heeft, maar goed.

Een halve seconde nadat ik bonjour had gezegd, reageerde hij met: "Ah! Vous comprennez pas le français." Ik heb een accent van hier tot ginder,  Fransen pikken me er al uit met één bonjour. Deze man leidde uit mijn buitenlandse accent af dat ik dus ook geen Frans begrijp.

Wat niet wegnam dat hij gewoon doorkletste. Hij vertelde dat hij net bij twee compatriotes van me was geweest en vertrouwde me toe dat ook zij geen woord Frans verstonden noch spraken. Nu zijn er geen landgenoten in het dorp, wel twee Engelsen. Er is niets mis met hun kennis van de Franse taal. Inwendig moest ik lachen om die twee, ze hadden natuurlijk net gedaan alsof, om deze groentenverkoper zo snel mogelijk af te wimpelen.

Ik had hetzelfde kunnen doen, maar was beledigd. Doe ik zo mijn best op de taal, oordeelt deze snijboon binnen twee seconden dat ik het allemaal niet begrijp. Ik knalde de deur niet dicht, maar vertelde dat ik uit Nederland kwam. Heel kinderachtig moest ik mijn Frans toch een beetje etaleren.  Zijn reactie deed wel de deur definitief dicht: "Ah, Pays-Bas. Alors, là-bas vous parlez allemand!"